Jouw huis isoleren met vezelgewassen uit eigen streek?

Vezelgewassen hebben veel pluspunten, voor zowel akkerbouwers als veehouders. Ze passen goed bij de nieuwe waarderingsvorm van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Sinds 2022 stelt Building Balance alles in het werk om stabiele afzetketens voor deze gewassen te creëren in de bouw.

“Veehouders die willen stoppen, verhuren nu vaak grond aan een andere boer of tuinder. Met een meerjarig vezelgewas als olifantsgras of zonnekroon kun je het land ook behouden, maar duurzamer benutten”, zegt Janneke Paalhaar, ketenregisseur voor Building Balance in Twente. Ze is zelf net ingestapt in het vleesveebedrijf van haar ouders, met de intentie de boerderij duurzaam te behouden voor generaties na haar.

Goed voor milieu, bodem, en waterkwaliteit en biodiversiteit

Binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) krijgen boeren ecopunten voor vezelgewassen én voor meerjarige gewassen. Het zijn namelijk diep wortelende gewassen. Dat betekent dat er geen beregening nodig is en dat ze de bodemstructuur verbeteren. Ook is bemesting en gewasbescherming nauwelijks nodig. Omdat het gewas weinig onderhoud vergt, hoef je bovendien vrijwel niet het land op, waardoor de bodem minder verdicht. En deze snelgroeiende gewassen nemen per jaar meer CO2 op dan bomen. Al die CO2 wordt opgeslagen in gebouwen.

Voortschrijdend inzicht

Het positieve effect op de biodiversiteit van met name meerjarige gewassen laat Building Balance momenteel nog beter onderzoeken. “Dat wordt namelijk nog onderschat en volgens ons te weinig gewaardeerd in het GLB”, zegt Jan Willem van de Groep, programmaregisseur van Building Balance.

Voor akkerbouwers, met hun roulerende bouwplan, zijn eenjarige gewassen meer geschikt. Hennep of vlas bijvoorbeeld. Veel akkerbouwers telen tarwe als rustgewas. Stro kan ook uitstekend als vezel in de bouw worden gebruikt.

Paalhaar: “Meerjarige vezelgewassen kunnen ook prima op bufferzones groeien, stroken van vier tot tien meter langs bijvoorbeeld watergangen, waarop een boer geen gewasbeschermingsmiddelen en bemesting mag gebruiken om de waterkwaliteit niet in gevaar te brengen.”

Twentse Bouwboeren

Janneke Paalhaar bouwt, als een van de twee ketenregisseurs van Twentse Bouwboeren, aan de afzetketen van natuurlijke vezels voor de bouwsector. In september tekenden 30 Twentse ondernemingen, uit die hele keten, een intentieverklaring om te gaan samenwerken. Doel is onder meer uiterlijk in 2030 1.000 hectare vezelgewassen te verbouwen en minimaal 2.000 bestaande en 1.000 nieuwe woningen in de regio hiermee te isoleren.

Biobased bouwmaterialen grootscheeps stimuleren

Wat Nederlandse boeren nog van de stap naar vezelgewassen weerhoudt, is onbekendheid met de afnemers, het ontbreken van een afzetketen en onzekerheid over de prijs op de lange termijn. Ook de bouwsector is nog niet vertrouwd met biobased materialen en heeft twijfels over de bruikbaarheid en de beschikbaarheid. Juist om die onbalans in kennis en vraag en aanbod op te lossen, heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in 2022 Building Balance in het leven geroepen.

Aan het programma doen, naast LNV, inmiddels ook andere ministeries mee. Op 8 november is de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB) gepresenteerd. Vier ministeries - BZK, I&W, LNV en EZK - trekken 200 miljoen euro uit om het grootschalig gebruik van biobased bouwmaterialen te stimuleren. Building Balance wordt de uitvoeringsorganisatie van deze aanpak.

Twintig ketens

Het programma streeft naar een stabiele afzetketen van biobased vezels tussen boeren en bouwbedrijven. Daarvoor zijn boeren en loonwerkers nodig om continu voldoende materialen te produceren, verwerkende bedrijven om van de vezels kwalitatief betrouwbaar bouwmateriaal te maken en bouwbedrijven en opdrachtgevers van bouwprojecten die structureel kiezen voor biobased materialen.

De opzet van lokale ketenorganisaties waarin al deze partijen samenwerken, zoals Twentse Bouwboeren, is een praktische invulling hiervan. Er zijn inmiddels twintig van zulke ketenprojecten opgezet met hulp van Building Balance.

Garantie

Jan Willem van de Groep legt uit dat ook de bouw veel heeft te winnen bij hernieuwbare materialen. “De CO2-uitstoot van deze sector is groot. Die footprint vermindert door biologische vezels bijvoorbeeld in te blazen als isolatiemateriaal, in plaats van glaswolmatten te gebruiken. Dit kan voor dezelfde prijs. Het woonklimaat verbetert met biobased materiaal. Huizen warmen langzamer op bij hitte. Win - win dus!”

Building Balance ruimt veel technische beletsels uit de weg. “Bouwmaterialen van stro, vlas en hennep zijn al jaren in gebruik. Momenteel werken we aan de certificeringen voor vezelproducten die nog relatief onbekend zijn. Dat varieert van kwaliteitsverklaringen voor zaken als vochtopname en isolatiewaarde tot analyses die uitsluitsel geven over de milieu- en klimaatimpact of gezondheidseffecten. Leveranciers kunnen daarmee garanties geven en de milieuprestatie berekenen”, vertelt Van de Groep.

Andere mindset

Tot slot zegt van de Groep: “Belangrijker dan de technische uitdagingen is de cultuuromslag die nodig is in de bouw. Met een beetje lef van een aantal ondernemers groeit er in deze industrie vertrouwen in biobased vezelproducten. Zo kan er een stabiele afzetmarkt groeien, waar beide sectoren én de maatschappij baat bij hebben. Want zeg nou eerlijk, het is toch erg mooi als inwoners huizen kunnen isoleren met ‘streekproducten’?”

Meer informatie: BouwBoeren  / Bouwmaterialen van eigen bodem