“Het raster van klontjes”
De ambities en plannen voor onder andere klimaat, energie, stikstof, natuur, water en wonen hebben ver strekkende gevolgen voor agrariërs en bewoners van het platteland. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de regionale economie, de sociale samenhang en de voorzieningen in deze gebieden? “Wat is de visie vanuit de gemeente hierop?” Die vraag stellen we aan Otwin van Dijk, de oud-burgemeester van gemeente Oude IJsselstreek.
“Leefbaarheid begint meteen overheid die aanwezig is in de gemeenschappen.”
De gemeente Oude IJsselstreek is ontstaan uit de gemeenten Wisch en Gendringen. Het grootste dorp is Ulft, het gemeente huis bevindt zich in Gendringen. De gemeente is een atypische plattelandsgemeente waar een kwart van de mensen werkt in de innovatieve maakindustrie, met relatief weinig diensten. Eén op de drie agrariërs gaat de komende vijf à tien jaar stoppen, omdat er geen opvolger is. Dat maakt de gemeente conjunctuurgevoelig. De opgaven voor droogte, stikstof, natuurontwikkeling, energie en woningbouw komen in de gemeente samen.
Het raster van de Achterhoek
We vragen Otwin van Dijk hoe hij aankijkt tegen de leefbaarheid in zijn gemeente. Otwin schetst daarop het beeld van de Achterhoek als krachtig landschap met een raster van klontjes: hechte gemeen schappen die openstaan voor nieuwe bewoners. Het is een soort landschap waarbinnen je overal klontjes hebt van wonen, werken, recreëren en stukjes natuur, waar de boer een belangrijke rol in speelt. De boer is niet alleen de producent van goed voedsel, maar ook de beheerder van dit landschap, waardoor ook de toeristen het gebied weten te vinden. Op dit raster experimenteert de gemeente om aan de integrale opgaven te voldoen. De burgemeester wil dit raster niet verstoren maar juist inzetten.
Sociaal wenselijke inrichting
Naast bodem en water als sturende principes voor ruimtelijke programmering, zet de gemeente sociaal wenselijke inrichting voorop, voortbouwend op de bestaande gemeenschap, het noaberschap. Dat betekent dat de gemeente niet komt met een grote VINEX-locatie met woningen, maar aansluit op het landschap en de sociale structuur, het raster, om zo de benodigde 2.500 (van de 20.000 in de hele achterhoek) woningen in Oude IJsselstreek te realiseren. “In dit raster zoeken we naar een diversiteit, willen we jongeren aantrekken en een oplossing zoeken om vergrijzing tegen te gaan o.a. door community care (ouderen en jongeren samen wonen) en erfwoongroepen.”
Waar landbouw-wonen-zorg samen komen
De hervormingen in de landbouw, het omschakelen naar nieuwe teelten en agrariërs die willen stoppen, dat is waar de gemeente op moet anticiperen. Wie gaat het landschap straks beheren? Een aantal boeren in de gemeente voelt iets voor bijvoorbeeld het telen van bio-based bouwmaterialen. Als gemeente wil je helpen bij deze omschakeling naar een andere bedrijfsvoering. Los van de boeren die dit willen, moet ook de vraag georganiseerd worden. Dat kan je als boeren en gemeente niet alleen.
Een voorbeeld is hoe de gemeente Oude IJsselstreek omgaat met de vrijkomende gronden van stoppende agrariërs; een oplossingsrichting voor het realiseren van meerdere woningen. Een locatie waar je mooi woont met een landschapsbeheertaak, een soort landschap-mantelzorg. Een initiatiefnemer wilde vrijkomende agrarische grond en bebouwing inzetten voor natuur- en landschapsontwikkeling. Door meerdere woningen toe te staan, samen (voor elkaar) te zorgen en de bewoners samen het landschap te laten beheren, is een alternatieve oplossing gevonden, waar landbouw-wonen-zorg samen komen.
Krachtige gemeenschappen
Maak als gemeente gebruik van deze krachtige gemeen schappen”, zo luidt het advies van Otwin. Een ander voorbeeld, dat dit advies onderstreept, komt uit het dorp Netterden. Boeren in dit gebied hebben op hun land 12 windmolens geplaatst. Een deel van de opbrengst van de windmolens vloeit terug naar de gemeenschap. Hiermee voldoet de gemeente aan de energie opgave en de aanpak past bij het gemeenschaps denken in de regio.
Ga naast je burgers staan
“Wij kunnen dit als gemeente niet alleen.” Otwin omarmt daarbij de aanpak van co-creëren en durft daarbij te experimenteren. Zijn tip aan gemeenten is om die ruimte te gebruiken om te experimenteren. “Voorkom daarbij wel teleurstelling bij burgers door het aan hun over te laten. Voorkom dat ze zich in de steek gelaten voelen. Ontmoetingsplekken in de gemeente ondersteunen daarbij.”