Aan de slag in het gebied van de N69

Na jaren van planvorming staat de realisatie van de nieuwe N69 in Noord-Brabant nu dan echt op stapel. Om een kwaliteitsimpuls te kunnen geven aan het gebied en plannen en ideeën van inwoners te kunnen uitvoeren, is het gebied aangewezen als LEADER-gebied “Grenscorridor N69”. De nieuwe weg heeft consequenties voor het hele gebied, waaronder ook voor Moonen Loonbedrijf. Moonen Loonbedrijf doet mee met het project “precisielandbouw”. Martine Dellevoet van de ZLTO is de projectleider van het project.

“Het project is tot stand gekomen doordat ZLTO veel ondernemers in het gebied kent,” aldus Martine Dellevoet. “Dit geheel is samengekomen in een eerste projectplan voor precisielandbouw. Bij het concreter maken van het plan is een groep van zes ondernemers ontstaan die aan de slag is gegaan. Drie loonwerkers, een boomkweker en twee veehouders, waarvan één ook met een akkerbouwtak. Samen op zoek gegaan naar welke ideeën er zijn rond precisielandbouw. De variantie in ideeën was in het begin groot.”

Precisiebemesten

Zo doen ook de gebroeders Moonen mee. Marco en Sander hebben, samen met hun ouders, een agrarisch loonbedrijf met daarnaast een akkerbouwtak in Riethoven (Noord-Brabant). Zij passen al langer precisielandbouw toe op hun bedrijf. “We deden al aan pro-sectieschakeling in gewasbescherming, waarbij tijdens het spuiten automatisch een sectie op het perceel dichtgezet kan worden” vertelt Marco Moonen. 

“Ook wordt de bouwland en zodenbemester met sectieschakeling gebruikt waarmee met behulp van GPS wordt bepaald waar al bemest is of nog niet hoeft te worden bemest.” Sinds 5 jaar wordt de NIR-sensor gebruikt. “Dat is een infraroodsensor die tijdens het bemesten de gehaltes stikstof, fosfaat en kali in de mest meet. Het is nog niet 100% procent betrouwbaar, maar geeft wel een indicatie.” 

Waar Moonen eerder tegen aan liep was dat er, of te veel, of te weinig mest gegeven was. “Het meest ideaal is in één keer een goede gift te geven en deze sensor helpt om dat te bereiken.” Tijdens het project is een scan uitgevoerd om de bodem in kaart te brengen. “Dat laat zien waar je eventueel meer of minder kan bemesten. Of in geval van de zuurgraad, waar je wel of geen kalk moet rijden.”

Uitwisseling

“Gemene deler in het project is inzicht krijgen in precisietechnieken. Welke technieken kunnen we uitproberen en wat kunnen we met de resultaten?” vertelt Martine Dellevoet. “Uiteindelijk levert dat resultaten op van minder uitspoeling, beter benutten van nutriënten en minder verbruik van bijvoorbeeld water en brandstof.” 

Tussen de groep ondernemers vindt ook uitwisseling plaats. “Het krijgen van bodemscans, dronebeelden of opbrengstmetingen en interpretatie van taakkaarten geeft informatie, maar het gaat uiteindelijk om de vertaalslag. Die vertaalslag is niet te automatiseren en daarin zit de uitdaging.”

Wat heeft het project gebracht

Marco Moonen: “De subsidie heeft de beslissing om te investeren wel in een versnelling gebracht, al is de doorlooptijd van het subsidietraject lang, de bijkomende kosten van externe adviezen en extra bijkomende uren eigen werk hoog. Dit zorgt er dus wel voor dat het rendement van de subsidie een stuk minder is. Deze investeringen zijn lastig door te berekenen aan de klant. Daarbij is het leren met elkaar over de toepassingen van de scans waardevol.”

Toekomst

Het komende groeiseizoen zal benut worden om de innovaties uit het project uit te proberen. Later, wanneer weer meer ruimte is om elkaar te ontmoeten, kunnen ook ervaringen in het veld worden uitgewisseld met ondernemers buiten de groep en burgers. “Voor boeren geldt, eerst in het veld zien en dan zelf toepassen,” aldus Martine Dellevoet. Ook wordt op een later moment gekeken hoe opgedane kennis ter plekke met burgers gedeeld kan worden.