‘De eco-regeling laat boeren nadenken wat ze extra kunnen doen aan klimaatdoelen.’

Carla Overgaauw is adviseur uitvoeringsbeleid bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Vanuit die rol vertaalt zij beleid naar uitvoeringsregelingen. Zo ook voor de eco-regeling, die in 2023 begon. Carla vertelt vanuit haar professionele blik over de kansen, uitdagingen en de kracht van het succes van de eco-regeling.  

“RVO heeft verstand van de uitvoering van regelingen. Wat je beleidsmatig ontwikkelt, moet werken in de boerenpraktijk. RVO kent de regeling en de doelgroep heel goed. En daarmee helpen we LVVN om nog betere regelingen te maken.”

RVO heeft veel ervaring in het uitvoeren van regelingen voor de landbouwsector. Zij heeft daarnaast veel data van de landbouwers, zoals landbouwgrond, de geteelde gewassen en het aantal dieren op een bedrijf. Daarmee kan RVO een goede inschatting maken hoe een goede regeling eruit moet zien, en of dat aansluit bij de boerenpraktijk. Daarmee helpt RVO de beleidsdirectie van LVVN om goede regelingen te maken. “Regelingen met een goed doelbereik die voor de landbouwer uitvoerbaar zijn. Wil je bijvoorbeeld een regeling voor melkveehouders? Dan hebben wij de data over het aantal melkveehouders in Nederland en over hun bedrijfsgrootte. Ook weten wij precies welke dingen je kunt controleren. Als we daar zelf de benodigde informatie niet over hebben, weten we welke partij die informatie wel heeft. Of we onderzoeken het.”

Veelzijdig

“De eco-regeling is bedoeld om landbouwers te helpen met het (verder) verduurzamen van hun bedrijf. De regeling bestaat uit 25 activiteiten die bijdragen aan die verduurzaming. Landbouwers moeten kiezen uit deze lijst van activiteiten om te voldoen aan de eco-regeling. De keuzelijst van 25 activiteiten biedt flexibiliteit aan landbouwers om activiteiten te kiezen die bij hun bedrijf passen. Die keuzevrijheid maakt deze regeling tegelijkertijd ook ingewikkeld, voor zowel de landbouwer als voor RVO. Voor de landbouwer is de vraag welke combinatie van activiteiten hij gaat uitvoeren. Voor RVO betekent het dat iedere activiteit wordt geanalyseerd op uitvoerbaarheid en controleerbaarheid en daarnaast wordt de combinaties van activiteiten getoetst. Mogen bepaalde activiteiten samen? Met 35.000 deelnemers aan de eco-regeling moet je dat automatiseren. Je kunt dat niet meer handmatig beoordelen.”    

Helderheid

Volgens Carla vinden bij de aanvraag al de administratieve controles plaats, op basis van wat de boer invult. “Dan weten de boer en RVO gelijk waar ze aan toe zijn. Bijvoorbeeld of de boer een eco-activiteit op het perceel mag uitvoeren. Of het perceel dat hij aanduidt wel landbouwgrond is of bijvoorbeeld een wegberm. Deze werkwijze betekent ook dat je na de openstelling van de aanvraag geen spelregels of voorwaarden kunt wijzigen. Boeren willen immers aan het einde van het jaar hun subsidie ontvangen. Het gaat steeds om heel veel gegevens. We hebben in Nederland bijna 2 miljoen hectare landbouwgrond. Ons geautomatiseerde systeem moet goed zijn vanaf het moment van aanvragen.”

Efficiënt en voordelig werken

“Een belangrijke vereiste is dat het geld terechtkomt bij de boeren die daar recht op hebben. Bij de controles ter plaatse wordt gecontroleerd of de eco-activiteit volgens de voorwaarden wordt uitgevoerd. We kunnen een controleur van de NVWA sturen. Dat kost veel tijd. We gebruiken ook luchtfoto’s en satellietdata om dit te beoordelen.

Sinds 2024 werken we ook met een geotagged foto. Op zo’n foto zijn locatie en tijd geborgd. RVO heeft een speciale app ontwikkeld om deze foto’s te maken. Daarmee kan de boer laten zien wat er op het perceel gebeurt. RVO zoekt naar de meest efficiënte manieren van werken. Onze uitdaging is om met zo min mogelijk overlast voor de boer en op de juiste momenten te controleren.” 

Meerdere succesfactoren

Volgens Carla zit het succes van de eco-regeling in meerdere factoren. “Boeren zijn gaan nadenken welke activiteiten ze moeten uitvoeren, om in aanmerking te komen voor de eco-premie. Ze hebben activiteiten uitgevoerd en daarmee een verduurzamingsslag gemaakt in de sector. Agrarisch adviseurs hebben daar ook een belangrijke rol in gespeeld: ze hebben landbouwers daar heel goed in geadviseerd. De eco-regeling laat boeren nadenken over wat ze extra kunnen doen aan klimaatdoelen. De kracht van de eco-regeling is dat extra stapje naar verduurzaming.”   

Signalen benutten

Op de vraag hoe zij voeling houdt met de sector antwoordt Carla: “We zijn, in aanloop naar de eco-regeling, begonnen met praktijkproeven. We hebben voorlichting gegeven. Op onze afdeling Klantcontact komen ook veel signalen binnen wat er leeft in de sector en waar behoefte aan is. En we praten met boeren, LTO en agrarisch adviseurs. Die gesprekken leveren veel bruikbare informatie op over de vraag hoe de eco-regeling landt in de sector. Als deze partijen tegen problemen aanlopen, melden zij dat ook bij ons.”   

Trots inspireert

“Ik krijg energie van gesprekken met boeren. Soms zijn ze kritisch, maar dat is wel waar je het voor doet. Ik heb verstand van de GLB-regelingen en de boer kent de boerenpraktijk. Die twee moeten bij elkaar aansluiten. Om te horen hoe het werkt of hoe we zaken kunnen verbeteren, geeft mij energie. Wat mij vooral inspireert, is dat boeren trots zijn op hun bedrijf, op wat zij doen. En als zij dat goed kunnen doen, gestimuleerd met GLB-subsidieregelingen, maakt mij dat ook trots.”   

Wil je meer weten over hoe de eco-regeling het eerste jaar is verlopen? Lees dan het jaarverslag APR NSP 2024.