Koolstofboeren in Brabant: hoe boeren verdienen aan klimaatoplossingen

In Zuid-Nederland maken boeren steeds vaker werk van klimaatverandering. Niet alleen door hun uitstoot te verlagen, maar ook door actief CO₂ op te slaan in hun bodem, bomen en gewassen. Een ambitieus project helpt hen daarbij én laat zien hoe duurzaamheid en verdienmodellen hand in hand kunnen gaan.

De landbouwsector staat voor een enorme uitdaging, maar ook voor een kans. Terwijl klimaatverandering om drastische maatregelen vraagt, blijken landbouwbodems juist een onverwachte bondgenoot: door slimme teeltmaatregelen, agroforestry en biobased gewassen zoals hennep of miscanthus kunnen boeren actief CO₂ opslaan. Deze zogeheten carbon farming wint aan aandacht als klimaatinstrument. Maar in de praktijk bleek het voor veel boeren onduidelijk hoe ze er concreet mee aan de slag konden, laat staan hoe ze er geld mee konden verdienen. Daar wilde dit project verandering in brengen. In een samenwerking tussen boeren, onderzoekers en marktpartijen werd in Zuid-Nederland een reeks praktijkpilots opgezet. Met steun vanuit het Economisch Herstelfonds (EHF) gingen vijf pilots van start in het zuiden van het land. Ze hadden één centraal doel: laten zien hoe koolstofopslag op het boerenbedrijf kan bijdragen aan zowel klimaatdoelen, als aan een gezond verdienmodel; en vanuit deze praktijk komen tot aanbevelingen voor verbetering van dit klimaatinstrument.

Van theorie naar praktijk

De vijf pilots werden uitgevoerd in  de periode 2022–2024 voerden door de projectpartners – waaronder ZLTO, BoerenNatuur Brabant West en het Louis Bolk Instituut – samen met meer dan 50 boeren. Elk van de vijf pilots had een eigen focus, van bodemkoolstof tot agroforestry en biobased gewassen en het testen van nieuwe MRV-systemen (Monitoring, Reporting & Verification). Ook aan de financiële kant werd hard gewerkt. Het project onderzocht verschillende businessmodellen, waaronder koolstofcertificaten voor compensatie, het inzetten van koolstofvastlegging in de keten in samenwerking met ketenpartijen en combinaties met publieke subsidies zoals de eco-regelingen van het GLB. Marktpartijen zoals logistieke bedrijven, zuivelverwerkers en evenementenorganisaties werden betrokken als potentiële kopers van koolstofcertificaten. Dankzij praktijkgerichte tools, remote sensing-technieken en veldmetingen werd inzicht verkregen in hoeveel koolstof werkelijk werd opgeslagen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van bestaande tools, zoals de Praktijktool Bodemkoolstof van de WUR en bestaande methodieken van de Stichting Nationale Koolstofmarkt. Op basis van deze praktijktests zijn diverse aanbevelingen opgesteld ter verbetering van deze instrumenten.

Win-winsituatie

De impact van het project laat zich niet alleen in tonnen CO₂ meten. Het bracht boeren, adviseurs en bedrijven samen rond een gemeenschappelijk doel: klimaatwinst boeken, en tegelijk boeren sterker maken. Meer dan 1500 hectare landbouwgrond werd ingezet, meer dan 8.000 ton CO₂ werd inmiddels vastgelegd en verkocht, en de eerste contracten tussen boeren en investeerders zijn getekend. Wat dit project uniek maakt, is de combinatie van wetenschappelijke degelijkheid, praktische toepasbaarheid én economische haalbaarheid. Het bewijst dat klimaatmaatregelen niet alleen kosten met zich meebrengen, maar ook waarde kunnen creëren — voor het milieu én de portemonnee van de boer. Door direct in de praktijk met boeren aan de slag te gaan hebben de partners de echte knelpunten goed kunnen benoemen en goede aanbevelingen kunnen formuleren voor verbetering. Voor daadwerkelijke opschaling moet er namelijk nog wel wat gebeuren. Allereerst moet het Carbon Farming beleid wat door de EU ontwikkeld wordt, worden omgezet naar een praktisch toepasbare aanpak in Nederland. Voor het succes daarvan is het essentieel dat het voor boeren eenvoudig is om deel te nemen, met zo min mogelijk extra administratieve lasten. De hoeveelheid koolstof die kan worden vastgelegd moet in goede verhouding staan tot de inspanningen die hiervoor geleverd moeten worden.

Toekomstgericht en verbindend

Met dit project zijn belangrijke aanbevelingen gedaan voor een robuust, transparant en verbindend systeem van koolstofboeren in Nederland. Met behulp van het project runt ZLTO inmiddels het grootste koolstofproject in de Nederlandse akkerbouw, met ruim 1.500 hectare en betrokkenheid van lokale investeerders. Daarmee laat dit initiatief zien hoe klimaatbeleid niet alleen top-down hoeft te zijn. Maar juist ook lokaal kan groeien — met boeren als sleutelspelers. Of het nu gaat om het verbeteren van bodemgezondheid, het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen of het versterken van de verbinding tussen boer en maatschappij: dit project brengt het allemaal samen.