Deze Werkplaats dient aandacht te besteden aan de waarden van het landschap en het belonen daarvan
Op 21 november 2025 komen professionals uit landbouw, beleid, natuur en onderwijs samen in het Natuurmuseum in Leeuwarden tijdens de zesde Werkplaats Netwerk Platteland. Het thema is het landschap van de toekomst. Hoe ziet dat landschap eruit? Wie bepaalt dat? En wat is ervoor nodig om het streekeigen karakter van ons platteland te behouden én te versterken? Theo Vogelzang, beleidsmedewerker landbouw en natuur bij LandschappenNL, is nauw betrokken bij de organisatie van deze Werkplaats.
Theo: Wij vinden het belangrijk dat het landschap niet alleen als decor wordt gezien, maar als een bepalende factor in het ruimtelijke beleid én in de identiteit van een regio. Ik ben daar zelf bij betrokken vanuit mijn rol als beleidsmedewerker bij LandschappenNL. In die rol heb ik onder meer gewerkt aan het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Vanuit die rol ben ik ook inhoudelijk en strategisch betrokken bij deze Werkplaats.
Landschap als drager van identiteit
Voor Theo is het landschap meer dan een beleidsinstrument. Het raakt aan zijn persoonlijke roots. “Ik kom uit Friesland, uit Gaasterland. Wanneer ik daar ben, voel ik mijn achtergrond, mijn identiteit. Het landschap biedt rust en reflectie. Dat gevoel gun ik iedereen, en dat maakt het ook zo’n belangrijk onderwerp.” Dat persoonlijke gevoel sluit aan bij het bredere besef dat het Nederlandse landschap sterk bijdraagt aan onze collectieve identiteit. In Friesland bijvoorbeeld is het landschap nauw verbonden met het begrip mienskip – de gemeenschap. In andere gebieden van ons land werkt dat weer heel anders. Juist die regionale verschillen vragen om maatwerk in beleid. “Wat werkt in Friesland, werkt niet per se in Gelderland. Het landschap moet dus niet alleen meegenomen worden in het ruimtelijke beleid, het moet daarvoor zelfs richtinggevend zijn.”
Van aanvalsplan naar praktijk
Vier jaar geleden werd door o.a. LandschappenNL het Aanvalsplan Landschap gelanceerd, waarin de ambitie werd uitgesproken om ten minste tien procent van het landelijk gebied in te richten met zogenoemde groenblauwe dooradering: houtwallen, heggen, poelen en andere landschapselementen. “Daarvoor moet geld beschikbaar komen voor aanleg én beheer,” zegt Theo. “Maar beheer is cruciaal. Alleen aanleggen is niet genoeg – het moet ook onderhouden worden.” Het Ministerie van LVVN heeft 2 jaar geleden een eerste 15 miljoen euro beschikbaar gesteld om hiermee aan de slag te gaan. Daarnaast biedt het huidige GLB via de eco-regeling mogelijkheden voor boeren om vergoedingen te krijgen als zij bijdragen aan natuur, klimaat en landschap. “Maar wij vinden dat het GLB in de toekomst veel meer gericht moet zijn op de beloning van maatschappelijke diensten. Landschap is daar een wezenlijk onderdeel van.”
Boeren belonen voor maatschappelijke diensten
Volgens Theo ligt de sleutel voor het landschap van de toekomst in een ander verdienmodel voor boeren. “Het huidige paradigma van de gangbare landbouw is gericht op schaalvergroting en intensivering. Dat moet verschuiven naar natuurinclusieve landbouw, waarbij maatschappelijke diensten worden geleverd én beloond – niet alleen vanuit overheidsbeleid, maar ook vanuit de maatschappij en de markt. Daar hoort ook een andere consument bij: eentje die bewust kiest voor natuurvriendelijke of streekproducten en bereid is te betalen voor kwaliteit die verder reikt dan de prijs alleen. Het zou mooi zijn als consumenten en producenten elkaar vinden in een waardeketen waarin landschap en de identiteit daarvan integraal meetellen.
De kracht van ontmoeting en samenwerking
Wat maakt de Werkplaats op 21 november zo waardevol? “De kracht van de Werkplaats zit in het samenbrengen van verschillende bloedgroepen,” zegt Theo. “Boeren, beleidsmakers, onderzoekers, allemaal brengen ze hun eigen perspectief mee. Juist die diversiteit maakt het gesprek rijk en open. Je kunt elkaar zo inspireren en nieuwe ideeën ontwikkelen.” Tijdens de Werkplaats wordt gewerkt in zogenoemde werkbanken, waar deelnemers in kleinere groepen concrete thema’s uitdiepen. Theo hoopt daar aandacht te vragen voor de waarden van landschap, het belang van beleid dat streekeigenheid ondersteunt, en het zoeken naar nieuwe verdienmodellen voor het beheer en onderhoud van het landschap.
Een gezamenlijke opdracht
Theo: Deze Werkplaats is voor mij geslaagd als we een stap zetten richting meer aandacht voor landschap in beleid, in de praktijk, én in de markt. Het landschap is geen vanzelfsprekendheid. Het vraagt om zorg, visie en samenwerking. Dat is een gezamenlijke opdracht waar we op 21 november samen aan moeten bouwen.