In Brussel kwamen belanghebbenden uit heel Europa bijeen in de thematische werkgroep 'Valuing Farmers’ Wider Contributions to Society' van het EU CAP Network. Centraal stond een vraag die ook in Nederland sterk leeft: hoe kan de brede maatschappelijke rol van boeren beter worden erkend en gewaardeerd — méér dan alleen als producenten van voedsel?

Onder andere boer Howard Koster nam namens Nederland deel aan deze thematische groep. Vanuit zijn praktijk op de Land van Ons-boerderij De Biesterhof bracht hij de dagelijkse realiteit van een multifunctioneel en maatschappelijk betrokken landbouwbedrijf in de Europese discussie.

Boeren: veel meer dan voedselproducenten

In de gesprekken stond centraal dat boeren een breed scala aan maatschappelijke bijdragen leveren. Denk aan landschapsonderhoud, biodiversiteit, waterbeheer, educatie, sociale cohesie in dorpen en betrokkenheid bij de lokale economie. Deze bijdragen zijn vaak vanzelfsprekend, maar blijven in beleid en publieke beeldvorming regelmatig onderbelicht — terwijl ze essentieel zijn voor vitale en leefbare plattelandsgebieden.

Howard Koster herkende dit sterk vanuit zijn eigen praktijk. Op De Biesterhof combineert hij landbouwproductie met natuurbeheer, educatie, korte ketens en maatschappelijke activiteiten. Juist die combinatie laat zien hoe boeren op dagelijkse basis waarde toevoegen aan hun omgeving, vaak zonder dat dit expliciet wordt erkend of beloond.

Tijdens de eerste bijeenkomst reflecteerden de deelnemers op de bestaande verhalen over boeren en de manier waarop deze in de media en politiek worden neergezet. Die verhalen zijn regelmatig eenzijdig of probleemgericht. De werkgroep onderzocht hoe dit narratief verrijkt kan worden met authentieke boerenverhalen en concrete voorbeelden uit de praktijk — verhalen die laten zien wat boeren wél bijdragen aan de samenleving en leefomgeving.

Besproken thema’s

De gesprekken concentreerden zich rond vier inhoudelijke lijnen:

  • Educatie over boerenwerk en maatschappelijke rol — niet alleen binnen het agrarisch onderwijs, maar juist ook in het reguliere onderwijs en richting burgers;
  • Zelfpromotie door boeren — boeren die zelf hun verhaal vertellen, passend bij hun bedrijf en omgeving, en gebruikmaken van moderne communicatiemiddelen;
  • Communicatie- en bewustwordingscampagnes — initiatieven die boerenervaringen vertalen naar begrijpelijke en aansprekende boodschappen voor het brede publiek;
  • Awards en erkenning — manieren om inspirerende boeren zichtbaar te waarderen en een podium te geven.

In interactieve sessies deelden deelnemers voorbeelden uit hun eigen land. Voor Howard bood dit de mogelijkheid om te laten zien hoe op De Biesterhof praktijk, omgeving en maatschappij samenkomen, en hoe dit soort bedrijven kan bijdragen aan maatschappelijke doelen zonder los te raken van de economische realiteit van boeren.

“Ik vond het een zeer waardevolle ervaring om mijn boerenwerkelijkheid te kunnen delen in Brussel, daar waar Europees beleid wordt gemaakt. Ik heb de EU CAP Network-bijeenkomsten als relevant en doelgericht ervaren en het is echt super dat de Regieorganisatie GLB middelen vrijmaakt zodat Nederlandse boeren hun bijdrage hieraan kunnen leveren.”
— Howard Koster, De Biesterhof

Van gesprekken naar voorstellen

In de vervolgsessie in mei bouwden de deelnemers voort op de inzichten uit de eerste bijeenkomst. De focus lag op het versterken van de publieke perceptie van boeren en het ontwikkelen van concrete voorstellen om het beroep aantrekkelijker en zichtbaarder te maken — zowel voor de samenleving als voor jonge mensen die een toekomst in de landbouw overwegen.

Belangrijke aanbevelingen waren onder andere:

  • Storytelling en narratiefvorming als kern van effectieve communicatie;
  • Gerichter gebruik van GLB-instrumenten om maatschappelijke bijdragen van boeren zichtbaar te maken;
  • Ondersteuning van boeren bij communicatievaardigheden en het inzetten van marketing en publieksactiviteiten;
  • Betere samenwerking met media, onderwijs, beleidsmakers en consumenten om het gesprek over landbouw te verbreden.

De werkgroep benadrukte daarbij dat er geen eenduidige oplossing bestaat. De rol van boeren verschilt per regio, bedrijfstype en nationale context. Juist daarom zijn flexibele benaderingen nodig, waarin ruimte is voor maatwerk en praktijkverhalen.

Relevant voor Nederland

Voor Nederlandse boeren laat dit Europese traject zien dat hun dagelijkse praktijk ertoe doet — ook in Brussel. Door voorbeelden zoals die van Howard Koster en De Biesterhof in te brengen, worden beleidsdiscussies concreter en realistischer.

De inzichten uit deze thematische groep bieden aanknopingspunten om Nederlandse initiatieven rond multifunctionele landbouw, educatie, natuurbeheer en korte ketens sterker te verbinden met Europese beleidsontwikkeling. Daarmee draagt deelname aan dit soort trajecten bij aan meer erkenning, beter beleid en een steviger positie voor boeren die werken aan een toekomstbestendig platteland.