Biomassa als bodemverbeteraar

Het aanwenden van biomassa op maisland helpt om de bodem te verbeteren. Dat concludeert Henk Leever van Stichting Haarloseveld Olden Eibergen na ruim twee jaar ervaring. “Met meer ruimte in de regelgeving, kunnen melkveehouders biomassa in combinatie met mest nog beter benutten”, stelt Leever.

Het Haarloseveld Olden Eibergen bestaat uit 1.200 hectare schrale zandgrond, waarbij het organische stofgehalte in de bodem daalt.

De bodemvruchtbaarheid neemt af en dat drukt de gras- en maisopbrengsten. “Aanwending van biomassa op deze gronden helpt om de bodem te verbeteren en dat is het doel van ons project ‘Biomassa in het Haarloseveld en Olden Eibergen: Organische stof tot nadenken’”, zegt projectleider Henk Leever van Stichting Haarloseveld Olden Eibergen (www.hoeduurzaam.nl).

Dit project kreeg een POP3-subsidie om de kwaliteit van zandgrond met weinig organische stof te verbeteren. “Aanwenden van biomassa verhoogt het organische stofgehalte in de bodem. Dat verbetert ook het waterbergend vermogen en het vermindert uitspoeling van mineralen naar gronden oppervlaktewater.”

Biomassa aanwenden

“We zijn al vanaf 2013 bezig met bodemverbetering. Dat doen we samen met 25 melkveehouders, waarvan een aantal ook deelneemt aan het project ‘Vruchtbare Kringloop Achterhoek’”, vertelt Leever. “Toevoegen van biomassa passen we nu ruim twee jaar toe op een deel van de 120 hectare maispercelen van 15 melkveehouders. Het is één van de maatregelen om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren.”

Jan Stokkers, melkveehouder in het buurtschap Olden Eibergen, heeft al drie jaar ervaring met het aanbrengen van biomassa op zijn maisland. “Daarnaast zaai ik gras onder mais en bemest ik mijn maispercelen met dikke mestfractie”, zegt Stokkers. “De laatste drie jaar is het organische stofgehalte gestegen van minder dan 2% naar 2,5%. Het stijgt heel langzaam, je moet het over 10 jaar zien.” De biomassa bestaat grotendeels uit maaisel uit onderhoud aan bermen en sloten door Rijkswaterstaat.

Daarnaast zijn houtsnippers geschikt. Na de maisoogst leggen veehouders hopen met biomassa op het bouwland. In het voorjaar verspreiden ze dit met een breedstrooier die de Stichting heeft aangeschaft en werken zij het onder.

Oplossen knelpunten

Er is een woud aan regels voor de toepassing van biomassa. Door ervaring weet Leever hoe om te gaan met wet- en regelgeving. Belangrijk voor de toekomst is verbetering van de kwaliteit van bermmaaisel. “Burgers kunnen daar aan bijdragen door minder afval in de berm te gooien.

Goed maaimanagement van bermbeheerders helpt ook.” Biomassa waaraan mest is toegevoegd, werkt nog beter als bodemverbeteraar dan alleen biomassa, maar de wetgeving staat dit in de weg. Want als mest is toegevoegd aan biomassa wordt het geheel als mest aangemerkt. Dan moeten veehouders meer mest afvoeren en kunstmest kopen en dat is economisch niet interessant.

“Wij werken aan meer ruimte in de mestwetgeving” zegt Leever. Ook de beschikbaarheid van biomassa kan een probleem zijn. “Er is veel vraag naar biomassa en dus concurrentie”, stelt Stokkers. “Biomassa wordt ook gebruikt in grote biovergisters en in de vorm van pellets voor verbranding.” Bodemverbetering levert op langere termijn structureel meer gewasopbrengst en milieuvoordelen op.

Leever adviseert om monsters te nemen van mest en biomassa. “Zorg dat je net zoveel weet van de bodem als van je koeien. Want een gezonde, vitale bodem is een belangrijke verzekering voor landbouwproductie in de toekomst.”