Zicht op de bodemstructuur

Verbetering van bodemleven, -structuur en waterhuishouding leidt tot hogere gewasopbrengsten.

“Niet binnen één jaar, maar op langere termijn werpt bodemverbetering zeker zijn vruchten af”, stelt Albert Jan Olijve van het Flevolands Agrarisch Collectief (FAC), uitvoerder van het project ‘Zicht op de bodemstructuur’.

Project 'Zicht op de bodemstructuur'

Sinds 2016 draait in Flevoland het project ‘Zicht op de bodemstructuur’, bedoeld voor akkerbouwers en veehouders. De Flevolandse bodem is relatief gevoelig voor verdichting door een siltlaag in de bodem of door veen onder de toplaag van klei. Daardoor is het risico op structuurbederf groter. Bij plensbuien, die tegenwoordig vaker voorkomen, is ook de kans op afspoeling van water naar het oppervlaktewater groter.

“Ons doel is een gezonde bodem voor een toekomstbestendige agrarische bedrijfsvoering. Hiervoor gaan agrariërs aan de slag met gerichte maatregelen”, vertelt projectleider Albert Jan Olijve.

Handzaam veldboek

In fase A (twee maanden) van het project graven agrariërs in tweetallen profielkuilen, die ze met bodemexperts beoordelen op structuur, bodemleven, waterhuishouding en beworteling. Dat doen ze met de Bodemconditiescore Flevoland, een handzaam veldboekje met veel foto’s van diverse soorten grond.

Dit specifieke meetinstrument is ontwikkeld door bodemexperts voor de meest voorkomende bodems in Flevoland. Deelnemers hebben hieraan een zinvolle bijdrage geleverd. Aan het project doen 110 agrariërs mee, zowel akkerbouwers, bollentelers als melkveehouders.

“De kennisuitwisseling tijdens veldexcursies, bijeenkomsten en kennisdagen is erg waardevol”, zegt deelnemer Harry Schreuder, akkerbouwer in Swifterbant. “Het is mooi om met andere boeren en bodemdeskundigen de bodemprofielen te analyseren en er over praten. Dat levert veel inzicht op.”

Bedrijfsspecifieke maatregelen

In fase B (2 jaar) voeren agrariërs opnieuw bodembeoordelingen uit op drie percelen en nemen ze gerichte maatregelen voor bodemverbetering. “Tussen bedrijven bestaan grote verschillen in bedrijfsvoering, bouwplan, bodemstructuur en bodemopbouw, storende lagen, verdichting, organische stofgehalte, bodemleven en waterhuishouding.

Bodemverbetering is dan ook maatwerk per bedrijf en zelfs per perceel”, zegt Olijve. De genomen maatregelen verschillen per bedrijf. Het loopt uiteen van het voorkomen van bodemverdichting door aanpassing van type banden en bandendruk tot gebruik van vaste mest om het organische stofgehalte te verhogen. Maar ook rigoureuze maatregelen passen hierin. Voorbeelden zijn verandering van bouwplan, nietkerende grondbewerking, ecoploegen of bedekt houden van het land in de winter.

“Ik laat nu de bodem meer met rust”, zegt Schreuder. “Ik ploeg de groenbemester onder zonder voorschaar, waardoor deze beter verteert. De tarwestoppel bewerk ik niet meer met een woelpoot en ik kies voor dieper wortelende groenbemesters. Dat is beter voor de bodem en het spaart diesel.”

Om te bepalen of genomen maatregelen de bodem verbeteren, kunnen agrariërs opnieuw de Bodemconditiescore bepalen. “Investeren in de bodem is wel een kwestie van lange adem, gunstige effecten van maatregelen zie je pas op langere termijn”, zegt Olijve.

Verbetering waterhuishouding

Het project ‘Zicht op de bodemstructuur’ valt onder het Actieplan Bodem en Water, waarin de provincie Flevoland samenwerkt met Waterschap Zuiderzeeland en LTO Noord. Financiers van het project zijn provincie Flevoland (draagt bij aan contrafinanciering POP3 Water) en de agrariërs zelf.

Het FAC voert het project uit met een kernteam waar ook de provincie onderdeel van is. “Goed bodembeheer zorgt niet alleen voor hogere gewasopbrengsten, maar ook voor voldoende waterberging in de bodem en een goede kwaliteit van het oppervlaktewater”, stelt Olijve. “We sorteren hiermee voor op klimaatverandering. Met bodems die beter vocht vasthouden en bodems die minder gevoelig zijn voor structuurbederf, kunnen agrariërs in de toekomst beter uit de voeten.”