Kennis over koolstofkringloop zit in de grond

In het project Koolstof Kringloop – georganiseerd door DLV Advies en mogelijk gemaakt door de provincie Utrecht en het Plattelandsontwikkelingsprogramma – staat de organische stof in de bodem centraal. De groep deelnemers is erg divers en bestaat uit zowel biologische als gangbare boeren op zand, klei en veengrond.

Eén van hen is melkveehouder Jan Graveland uit Oudewater. Hij is als ‘veenboer’ in de minderheid. ‘Dat is wel jammer, want je hebt met een andere insteek te maken. Bij klei en zand gaat het vooral om het verhogen van het organische stofgehalte in de bodem.

Op veengrond is dat minder een issue, het gaat mij vooral om het verhogen van de kwaliteit van de organische stof’, legt hij uit. Daarnaast geeft de CO2-opslag en –uitstoot een extra dimensie. ‘Hoe houd je de organische stof in de bodem en hoe beperk je bodemdaling? Dat is waar veenweideboeren vooral mee bezig zijn.’

De groep van circa vijftien boeren komt onder leiding van adviseur Edith Finke van DLV Advies bij elkaar op het bedrijf en gaat letterlijk de bodem in. Bij demonstraties en trainingen worden diverse experts uitgenodigd. Daarnaast bestaat een bijeenkomst uit een theoretisch gedeelte waarbij de aan- en afvoer van koolstof in beeld wordt gebracht.

‘Ik heb het idee dat ik op de goede weg zit. Ik heb alleen maar gras, pas weidegang toe en werk met een lage bandenspanning en lichte machines om het berijden zoveel mogelijk te beperken. Maar er valt altijd wat te verbeteren’, zegt Graveland.

‘Ik heb een honger naar kennis en wil graag weten hoe het zit. Het is ook goed om op andere bedrijven rond te kijken. Meer dan de helft van de deelnemers is biologisch en het is goed te ervaren hoe zij het doen. Van biologische boeren kun je veel leren als het gaat om de bodem. En de bodem is verreweg het belangrijkste van je bedrijf, het is belangrijker dan de koe.’

Vergroot afbeelding
Jan Graveland