Praktische aanpak agroforestry

Hoe kunnen boeren en tuinders agroforestry inpassen op hun bedrijf? Het project Proeftuin Agroforestry Noord-Holland onderzoekt de praktische kanten.

Een stappenplan voor agrariërs moet het opleveren. En gewoon
praktische handvatten voor de do’s en don’ts. Fruittuin van West, aan de
rand van Amsterdam, is een van de vier proeflocaties.

Agroforestry

Vee dat onder de hoogstambomen graast is een voorbeeld van agroforestry. Deze vorm van landbouw combineert meerjarige houtige
gewassen (bomen of struiken) met eenjarige teelten of dieren.

Deze combinatie kan voordelen bieden voor de biodiversiteit, de bodemstructuur, bemesting en gewasbescherming. Een van de vormen van agroforestry zijn voedselbossen, percelen waar voedsel groeit, zoals noten, fruit en kruiden, in de gelaagde vegetatie en het ecosysteem van een bos.

Kennisbasis groter

In september 2018 was de aftrap van het project Proeftuin Agroforestry Noord-Holland, op initiatief van Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland. Het loopt tot eind 2020. “We zijn gestart met het vergroten van de kennis over agroforestry.

Het grote kenniscafé in november 2018, met workshops over onder meer ontwerp en verdienmodellen van een voedselbos, trok
55 belangstellenden, die we later vaak opnieuw zagen”, vertelt Erna Krommendijk, van Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland.

Wilgen en rabarber

Nog geen twee maanden na de start was bij Fruittuin van West al het eerste gesprek over het ontwerp. Wil Sturkenboom, eigenaar van het
biologisch dynamische bedrijf: “Wij hadden al wat ervaring. We hebben een paar jaar geleden rijen frambozen tussen onze kersen geplant,
eigenlijk omdat we planten over hadden.”

Ook scharrelden er al kippen tussen de bomen. Op een gecontroleerde manier, in een verplaatsbare ren, zodat de hele boomgaard gelijkmatig bepikt en bemest wordt. Afgelopen jaar is de combinatie van gewassen uitgebreid op vier percelen van de fruittuin.

Tussen kersen-, appel- en pruimenbomen zijn wilgen, populieren, frambozen, kruisbessen, aardappelen, aardbeien en rabarber geplant.
De rand rond het Amsterdamse bedrijf van 16 hectare wordt een voedselbosrand. Het plantmateriaal werd deels gefinancierd vanuit
POP, deels kwam het van het bedrijf zelf.

Vergroot afbeelding
Beeld: Natuur en Milieufederatie Noord-Holland

Vroege bloeiers

“De druk van schadelijke ziekten en plagen in de fruitteelt is hoog. Zelfs biologisch-dynamische telers spuiten om het gewas te beschermen,
al is het dan met andere middelen dan in de reguliere fruitteelt.

Ik geloof niet dat een grotere biodiversiteit een afdoende oplossing tegen alle schimmels en insecten oplevert. Maar dat er iets bruikbaars uit zo’n proef valt te halen, wat we misschien in de hele fruitteelt kunnen toepassen, hoop ik wel.

Ik reken er bijvoorbeeld op dat de wilgen de structuur van de bodem verbeteren op ons drassige kersenperceel, met hun wortels en dankzij het snoeihout dat we laten liggen om te composteren. Bovendien zijn wilgen vroege bloeiers, dus dat trekt al vroeg in het seizoen
insecten aan”, zegt Sturkenboom.

Wachten met conclusies

Hij wil er voor waken te snel conclusies te trekken. “Vier jaar lang hadden wij geen Suzukifruitvlieg in de kersen, terwijl heel kersentelend
Nederland daaronder zuchtte. Kwam dat door die rijtjes frambozen? Kwam het door de kippen? Ik weet het niet. Dit jaar was die fruitvlieg er wel”, vertelt Sturkenboom.

Ook zegt hij alert te zullen zijn op bijeffecten van diversiteit, zoals potentiële ziektedruk. “Aardappels zijn bijvoorbeeld waardplant van de
appelwants.” Om te vergelijken staan in elk perceel rijen appels, pruimen en kersen zonder tussenbeplanting.

Naast Sturkenboom verzamelt Wageningen UR resultaten op het bedrijf. Tot nu toe is de teler in elk geval voorzichtig optimistisch over de extra oogst. “De aardappelen, herfstframbozen en kruisbessen gaven een zeer mooie oogst. De pruimen, appels, rabarber en wilgen groeiden goed.”

Kennis verbreid

Praktische kennis over agroforestry is afgelopen jaar intensief gedeeld. Over welke bomen je waarvoor gebruikt bijvoorbeeld en hoe je gewassen het best combineert. Sturkenboom: “Zelf zou ik nooit aan wilgen hebben gedacht als oplossing voor mijn natte perceel. Dat kwam via de ontwerpsessies.”

Naast de vier proeflocaties van het eerste uur, zijn er afgelopen jaar nog drie bedrijven gestart met agroforestry.

Tekst: Corianne Roza (Rozatekst)