Zeewier voor koeien als klimaatoplossing

Zairah Khan, medeoprichter van stichting Blue O2, ziet de zee als groot potentieel om het klimaatprobleem aan te pakken. Met haar ideeën voor het gebruik van zeewier om CO2 terug te dringen kwam ze uiteindelijk bij de melkveehouderij uit. 

Na gesprekken met LTO en Wageningen Livestock Research was het project Zeewier in een gezonde melkveehouderij geboren. Samen met Wouter Muizelaar, onderzoeker met een achtergrond in de mariene biologie vertellen zij over dit innovatieve POP project.

Verminderen van methaanuitstoot

Een bijdrage leveren aan het verminderen van methaanuitstoot bij melkvee door inzet van zeewier dat is wat er met dit project wordt beoogd. Men doet dat door een kleine hoeveelheid zeewier als supplement toe te voegen aan het voer. De praktische toepasbaarheid van dit idee wordt nu volop onderzocht.

Zeewier als veelbelovende biomassa

Khan, klimaat entrepreneur en SeaEO: “Zeewier is een veelbelovende biomassa waarbij studies naar de methaan reducerende eigenschappen worden gedaan.” Op zich is dit type onderzoek niet nieuw. In Australië hebben onderzoekers al in 2016 een zeewiersoort gevonden (Asparagopsis taxiformis) dat de uitstoot van methaan in vitro (in het lab) met 99% reduceert, maar wat maakt dit project dan zo bijzonder?

Diverse wiersoorten

Volgens Muizelaar zit hem dat vooral in het gezamenlijk onderzoek dat zich richt op regionaal teelbare wieren. Daarnaast bevatte het Australische zeewier de toxische stof Bromoform, daarom is de keuze gemaakt om andere wiersoorten te onderzoeken. Diergezondheid is namelijk een belangrijke randvoorwaarde. Inmiddels zijn er zo’n 10 soorten zeewier geselecteerd.

Van lab naar praktijk

Op de vraag of er nog risico’s aan zitten voor de gezondheid van de koe antwoordt hij: “Er gaat een kleine hoeveelheid in het voer, het fermentatieproces van de koe willen we in stand houden maar de methaanuitstoot verminderen. Op dit moment concentreert ons onderzoek zich vooral op welke soort wier we kunnen gebruiken en hoe dit in de praktijk gaat werken. De onderzoeksresultaten in het lab zijn interessant, maar de echte toets doen de koeien zelf. In juli start een voedingsproef op de Dairy Campus in Leeuwarden.

Gunstig effect op het klimaat

Bij de Operational Group zijn inmiddels naast Stichting BlueO2, LTO Noord, Stichting GreenPort Noord-Holland Noord en Wageningen Livestock Research ook CONO Kaasmakers, diervoederbedrijf De Heus en zeewierkweker Hortimare aangesloten.

Muizelaar: “Het unieke van dit project is het samenkomen van onderzoek en praktijk. We kunnen wel onderzoeken in het lab en op een proefboerderij, maar uiteindelijk wil je toch de boer bereiken. Khan vult aan: “Voorop staat daarom dat we de diergezondheid en veiligheid kunnen waarborgen en dat we claims over het effect op methaan goed kunnen onderbouwen, daar staat Wageningen voor garant.

De volgende opgave is om te kijken hoe we grootschalig kunnen kweken, voor een goede prijs. Als we dat bereiken heeft dat niet alleen een gunstig effect op methaanuitstoot maar halen we met zeewier ook CO2 uit het water. Dubbele klimaatwinst dus.”  

Heel veel enthousiasme

Dat er veel energie op zit in dit project is goed te merken. Muizelaar bevestigt dat lachend: “Als marien bioloog vind ik onderzoek leuk maar we moeten er ook iets praktisch mee kunnen. En in dit project is dit mogelijk en kan ik ook op mijn eigen vragen antwoorden vinden.

Ook Khan is erg enthousiast: “Ik ben al vanaf mijn jeugdjaren bezig met het klimaat. De zee speelt een belangrijke rol bij klimaatoplossingen. Wat het heel gaaf maakt voor mij is dat het nu heel concreet wordt om de mogelijkheden die de zee biedt te gebruiken, ik heb er altijd van gedroomd om zoiets te kunnen doen.”

Zonder POP geen effect

Heeft POP3-subsidie nog verschil gemaakt? Beiden knikken bevestigend. Khan: ”Zonder subsidie was het er niet geweest. Het is een lang project; uitwerken van idee naar product. Er moet geïnvesteerd worden in het onderzoek maar je wilt uiteindelijk ook een concreet product kunnen opleveren dat de boer gaat gebruiken.”

Eerlijkheidshalve moet ze er wel aan toevoegen dat het traject voor de aanvragers wel even slikken was. “Voor een ondernemer als ik duurde het allemaal best lang. In januari hadden we de aanvraag ingediend en in juli kregen we te horen dat het door kon gaan en in september zijn wegestart.

Tegelijkertijd hebben we die  tijd goed benut om het project nog meer handen en voeten te geven. Dus  het duurt misschien lang maar dan heb je ook iets goeds in handen”.