Flexibel waterpeil beheer, inspelen op klimaatverandering

Direct invloed hebben op het waterpeil van je perceel en daarmee inspelen op klimaatverandering dat is waar het om draait in het project flexibel waterpeilbeheer Utrecht-Oost.

Dit is relevant voor zowel boeren met te natte als te droge percelen. In het ene geval kan het moment van berijdbaarheid van het perceel vervroegd worden en in het andere geval kan het beregeningsmoment uit worden gesteld. En dit is interessant! Johan Kranenburg van K&G Advies en projectleider van dit POP3 project vertelt over de ervaringen met het project.  

Project van de boeren zelf

Als Johan wordt gevraagd waar hij enthousiast van wordt bij dit project, dan luidt het onmiddellijke antwoord: “het is echt een project dat bij de boeren zelf vandaan komt.” Het project is ontstaan vanuit een idee van melkveehouder Art Wolleswinkel. Art heeft contact gezocht met Johan, Johan kende op zijn beurt weer mensen bij het waterschap en Aequator en zo ging het balletje rollen.

Ook heeft Wolleswinkel ervoor gezorgd dat nog twee andere boeren deelnemen aan het project. Jan van der Wind en Wim Thomassen reageerden op een oproep van Wolleswinkel via de LTO-afdeling.

Innovatief voor het gebied

Ervaringen met flexibel waterpeilbeheer zijn er al. In het project Landbouw op Peil is deze maatregel toegepast in het deelstroomgebied van Rijn-Oost. Voor het gebied Utrecht-Oost is de maatregel nieuw, zowel voor omwonenden, boeren als het waterschap Vallei en Veluwe. Vernieuwend is dat in dit project een relatie wordt gelegd met het effect op de gewasopbrengst.

Leren en loslaten

Van het project kan op verschillende vlakken worden geleerd. Er valt nog veel te ontdekken hoe de maatregel uitpakt voor het gebied: “je komt achter hoogteverschillen waar je je eerder niet bewust van was.” Ook valt er te leren over het proces. Het nemen van een maatregel kan mogelijk effect hebben op de situatie bij de buren. Het is dus belangrijk hen er goed bij te betrekken.

Voor het waterschap is het een proces van leren loslaten. Zij zijn het niet langer die alleen beslissen over het peil maar leggen nu de beslissing meer in het gebied zelf. Dat is wezenlijk anders; niet elk waterschap is hier aan toe. Maar ook in relatie tot vergunningverlening leert men: stuwtjes zijn net anders aangelegd dan in de vergunning staat. Hoe ga je daar dan mee om?

Resultaten tot nu toe

Bij deelnemer Wim Thomassen is het meeste effect merkbaar geweest. In zijn perceel wordt gewerkt met peilgestuurde drainage. Het betreffende perceel was in het voorjaar veel eerder bereikbaar.

De andere twee deelnemers hebben last van droogteschade en werken met stuwtjes om water vast te houden. Hier is het effect nog wat minder duidelijk. Dat komt aan de ene kant omdat één van de deelnemers te maken had met materiaal pech; een stuwtje bleek te lekken en pas sinds afgelopen januari staat er weer water achter de stuw.

Maar ook door de droogte de afgelopen zomer is het effect nog niet goed vast te stellen. Maar dat er effect is op de grondwaterstand is wel duidelijk.

En het klimaateffect?

Het project speelt zeker een rol in adaptie aan de veranderende klimaatomstandigheden. Water kan langer worden vastgehouden. Hoe groot het effect is vindt Johan moeilijk aan te geven. Voor de boeren zal het belangrijkste effect liggen in het overbruggen van droge periodes, zodat minder snel beregend hoeft te worden.

Het vervolg

Het project loopt nog tot en met 2020. Tot die tijd zullen er gegevens worden verzameld over de waterhuishouding en de gewasopbrengsten. De kennis en ervaring die met het project wordt opgedaan wordt gedeeld in demobijeenkomsten en een slotbijeenkomst.

Daarnaast worden er artikelen geschreven om te plaatsen in o.a. de Nieuwe Oogst maar ook op de websites van LTO Noord, O-gen en het waterschap. Als de resultaten positief zijn dan zullen deze praktijkrijp worden gemaakt voor het waterschap en de boeren op de droge of natte zandgronden in Utrecht Oost.