Meer taken voor collectieven

Agrarisch natuurbeheer bestaat 50 jaar. Eerder lieten we zien hoe agrarische collectieven met geleerde lessen verder professionaliseren en hoe Duitsland experimenteert met collectieven. Vandaag gaat het over hoe collectieven samenwerken met andere partijen: een voorbeeld uit het Rivierenland en een uit Noord-Holland. Samenwerkingen die veel extra hectares agrarisch natuurbeheer opleveren.

“Sinds 2022 is het ANLb-pakket verbreed met taken voor klimaat en waterbeheer. Wij zijn sindsdien heel actief om met allerlei partijen verbinding te zoeken om die verbreding te realiseren”, vertelt Hermen Vreugdenhil directeur van Collectief Rivierenland.

Rijkswaterstaat nieuwe partner

In het rivierengebied, waar zijn collectief actief is, bestaat een aanzienlijk deel van het landschap uit uiterwaarden. Vanouds de plek voor hooilanden, waar de boeren de pinken, droge koeien en zieke koeien lieten grazen. “Die komen er sterk vandaan, omdat er allerlei ontstekingsremmende kruiden groeien.”

In dat buitendijkse gebied vond Collectief Rivierenland nieuwe partners. Het collectief werkt onder meer voor Rijkswaterstaat. Dat gebeurt via Maaskracht, waaraan Rijkswaterstaat het onderhoud van buitendijks land heeft uitbesteed. Begrazing is een effectieve vorm van onderhoud, daarom zocht Maaskracht samenwerking met lokale boeren.

Vreugdenhil: “Het grasland moet kort de winter in voor de snelle doorvoer van hoog water. Met grasland in plaats van akkers voldoe je bovendien aan doelen van de Kaderrichtlijn Water, zoals minder gewasbeschermingsmiddelen en uitspoelen van meststoffen naar het water. En aan klimaatdoelen; met grasland leg je veel koolstof vast. Zo kunnen melkveehouders verschillende doelen samen brengen. Het klikte meteen met Maaskracht.”

Niet laten belemmeren

Bij Rijkswaterstaat zelf liep het collectief tegen meer uitdagingen aan. “Overheden zijn sinds het Didam-arrest gehouden aan strikte richtlijnen bij het in pacht geven van percelen. Rijkswaterstaat wilde ook voorkomen dat de percelen aanvullend bemest werden en wilde garanties om dubbele subsidiebetalingen te voorkomen. Dit hoefden voor ons geen belemmeringen te zijn. We hebben gezegd: dan werken we met een onderhoudscontract, geen pacht- of beheercontract. En vertrouw erop dat wij het klappen van de zweep kennen. Wij hebben al lang een prachtig ICT-systeem dat dubbele overheidsbetalingen voor bijvoorbeeld ecoregelingen en ANLb-beheer uitsluit. En we hebben jarenlange ervaring met beheerpakketten die extra bemesting op botanische percelen voorkomen. We konden alles tackelen vanuit onze gebruikelijke werkwijze en samen met Maaskracht, waarin we een partner hadden die óók wilde.”

Van Maastricht tot Heusden

Binnen drie maanden kreeg Collectief Rivierenlanden zo 130 hectare uiterwaard op de noordelijke Maasoever in onderhoud. Inmiddels is de samenwerking uitgebreid met Natuurrijk Limburg, Delta Collectief en de Brabantse collectieven en worden de maasoevers van Maastricht tot Heusden op deze wijze door lokale boeren onderhouden. Er gaat geen ANLb-geld naar de tien boeren die deze rivieroevers onderhouden. Ze gebruiken het land gratis voor hun vee en krijgen een aanvullende vergoeding van Maaskracht voor extra werk of wanneer het hooi niet bruikbaar is door bijvoorbeeld te veel giftig Jacobskruiskruid. “We hebben het waardmanschap weer teruggebracht. Twee nieuwe gebiedscoördinatoren met boerenbloed houden de percelen in de gaten. Ze beoordelen bijvoorbeeld wanneer het land droog genoeg is om er vee op te zetten, zorgen ervoor dat het zwerfvuil na hoogwater opgeruimd is en begeleiden de boeren bij het beheer. Ook de kosten voor hún werk kunnen we declareren bij Maaskracht”, vertelt Vreugdenhil.

“Het mooie is, het onderhoud in de uiterwaarden zonder gewasbeschermingsmiddelen en extra mest is een vliegwiel voor het natuur- en landschapsbeheer in de aansluitende ANLb-gebieden. En dan dien je er tegelijk ook nog doelen mee voor waterbeheer, schoner rivierwater en klimaat.”

Op de koffie bij waterschappen

Vreugdenhil gaat nu ook veel op de koffie bij waterschappen, om het natuurlijk beheer van dijken bij het collectief onder te brengen. “Dan is het plaatje compleet, vanaf de rivier tot aan de ANLb-gebieden op de komgronden in het binnenland. ANLb-boeren hebben veel meer oog voor natuurbeheer dan aannemers. Ze maaien pas als de zaadzetting achter de rug is en als de patrijzen aan de voet van de dijk zijn uitgebroed.” In de Ooipolder werken Collectief Rivierenlanden, Agrarische natuurvereniging de Ploegdriever, boeren, Radboud Universiteit en Waterschap Rivierenland al ruim vijf jaar samen aan natuurlijk dijkbeheer. “Daar heeft het zich al bewezen. Het levert een stevigere dijk op door betere doorworteling en een grotere ecologische rijkdom.”

Vertrouwensband benutten

Een collectief dat al nauw samenwerkt met een waterschap is het Noord-Hollandse Water, Land en Dijken. Directeur Walter Menkveld vertelt samen met programmamanager Gezond Water Jan-Willem Huizinga van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hoe die samenwerking eruit ziet.

“Agrarische collectieven zijn lokaal, zitten dicht op de agrarische bedrijven en krijgen daar ook vertrouwen. Die kracht zagen we al direct bij de start van de collectieven in 2016 en die wilden we proberen te benutten om onze opgaves te realiseren voor onder meer de Kaderrichtlijn Water en klimaatbestendigheid”, zegt Huizinga. “Met Water, Land & Dijken zijn we als eerste het gesprek aangegaan. We vroegen of ze het zagen zitten om hun taak te verbreden met water- en klimaatopgaves. En dan niet alleen voor hun eigen leden, maar voor de totale agrarische sector in Noord-Holland. Daar kwam snel witte rook op.” Ook met twee andere collectieven werkt het hoogheemraadschap samen.

Landbouwportaal

Om die nauwe samenwerking met de agrarische sector handen en voeten te geven, zette Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in 2018 het Landbouwportaal op. Dat deed het samen met nog twee waterschappen, de collectieven, de provincie Noord-Holland, LTO en KAVB. Doel van het portaal is minder uitstoot van voedingsstoffen en gewasbeschermingsmiddelen, een gezondere bodem en betere oevers.

2.000 coachbezoeken

Belangrijk element van het portaal is coaching aan agrarische bedrijven, op vijf thema’s: erfafspoeling, duurzaam bodembeheer, gewasbescherming, perceel- en oeverinrichting en voldoende zoet water. Water, Land & Dijken trekt, ook namens de andere Noord-Hollandse collectieven, het thema bodemcoaches. Het hoogheemraadschap betaalt het collectief hiervoor een vergoeding. Menkveld: “De coaches zijn gratis voor boeren. Zij maken een rondgang over het bedrijf en wijzen op praktische verbeterpunten. En ze wijzen boeren de weg naar subsidieregelingen voor investeringen in maatregelen die de bodem en waterkwaliteit ten goede komen.” Boeren blijken te snakken naar dit soort advies. In de afgelopen zeven jaar zijn er 2.000 coachbezoeken geweest.

Populaire investeringsregeling

Ander belangrijk element van het Landbouwportaal is een investeringsregeling, die al sinds de start van het portaal open staat. Hieruit kunnen boeren putten voor investeringen die hun bedrijf verbeteren op een van de vijf thema’s van het Landbouwportaal. Ook deze regeling is populair: boeren hebben sinds het portaal bestaat zo’n 10 miljoen euro subsidie benut voor investeringen in schonere bedrijfsvoering. En zelf in totaal 40 miljoen euro geïnvesteerd.

Huizinga: “Daarnaast cofinancieren we het ANLb in onze regio. Jaarlijks besteden we daar 400.000 euro aan. Op die manier hebben we een perfect dekkend plaatje van agrarisch natuurbeheer en investeringen die buiten het ANLb vallen. Wij doen dit omdat we echt willen dat het makkelijk is voor boeren om te werken aan schone bodem en water. De drempel moet zo laag mogelijk zijn.”

Badkuipjes

Noord-Holland heeft 20.000 km aan water. “De vele polders zijn in feite badkuipjes die zijn verbonden door de hoger gelegen boezemwateren. Dit is een systeem waarmee we de polders doorspoelen en het water rondpompen. Dat water schoner maken lukt alleen als we massaal verbeteren. Dat is wat we met het Landbouwportaal in gang hebben gezet. De grootste bedreiging is nu de kleine groep die niet mee wil doen”, zegt Huizinga. “Wij meten vrijwel alles wat in de sloot terecht komt. Dit is open data en dus voor iedereen toegankelijk. Een overschrijding kan het beeld van een heel gebied bepalen.”

Menkveld vult aan: “We merken dat bij de boeren de bewustwording over hoe ze goed omgaan met de bodem en met water in die zeven jaar wel enorm is gegroeid.”