Community 3: Gebruik van organische reststromen

Organische stof is een cruciaal element voor een goed functionerende bodem en daarmee voor een goede gewasgroei. Via de aanvoer van (organische) reststromen kan een agrarische ondernemer niet alleen invloed uitoefenen op de bodemchemie en de bodemstructuur, maar ook op de bodembiodiversiteit.

Maatwerk is hierbij cruciaal om zo als ondernemer via de slimme inzet van reststromen een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke opgaven voor gewasproductie, koolstofopslag, biodiversiteitsverhoging, waterkwantiteit en kwaliteit. Dit thema focust op de relatie tussen bodemkwaliteit en de kwaliteit en beschikbaarheid van (organische) reststromen binnen akkerbouw (inclusief mais) en vollegrondsgroente.  Om zo de huidige goede bodemkwaliteit ook voor de toekomst te behouden. En dat binnen de gewenste ontwikkelingen om kringlopen te sluiten op lokaal en regionaal niveau (thema 2). Kernvragen zijn:

  • wat is een gewenste bodemkwaliteit in het licht van de aanwezige opgaves (primair landbouwproductie, maar daaraan gekoppeld ook de verschillende opgaves) en hoe vertaalt zich dat in de inzet van (organische) reststromen en kunstmest op een agrarisch bedrijf?
  • aan welke kwaliteit moeten reststromen voldoen om goed inzetbaar te zijn: welke aspecten moeten minimaal bekend zijn naast koolstof, stikstof en fosfaat en zijn doorslaggevend voor het gebruik?
  • hoe kan via bodembeheer en bemesting (met als basis - bewerkte of onbewerkte – organische mest en reststromen) gericht gestuurd worden op gewasproductie, biodiversiteit en extra waterbuffering en vastlegging van stikstof en fosfaat?

Oplossingen voor maatwerk vragen inzicht in de huidige en gewenste bodemkwaliteit als ook de beïnvloedbaarheid van bodemfuncties door de inzet van bewerkte of onbewerkte mest. Om voor de praktijk zinvolle inzichten op te doen en te delen is het belangrijk om inzichten vanuit bodemfuncties (o.a. PPS Beter Bodembeheer) te koppelen aan inzichten over de kwaliteit van mest (thema 1) als ook de praktische aspecten rondom inzet van organische reststromen (beleid, kosten, opslagmogelijkheden, etc.). 

Ambassadeur: Gerard Ros (Nutriënten Management Instituut)