Versie 11 van het POP3

Inleiding

Aanpassingsvoorstel 2022-1 betreft beperkte financiële verschuivingen in zowel de reguliere ELFPO-middelen als de modulatiegeld middelen. Alle aanpassingen zijn er op gericht te komen tot totale financiële uitputting aan het einde van de looptijd van het programma.

Van enkele maatregelen wordt minder gebruik gemaakt dan tot op heden werd ingeschat. Bijvoorbeeld omdat toegekende subsidies niet of niet geheel gebruikt worden, omdat projecten niet van de grond komen of omdat projecten goedkoper uitvallen. Ook is het aantal aanvragen soms minder groot dan verwacht of de kwaliteit van een deel van de ingediende projecten is onvoldoende gebleken.

Daar komt bij dat er projecten zijn waaraan subsidie is toegekend, maar die niet binnen de looptijd van POP3 geheel afgerond kunnen worden, waardoor de subsidie lager afgerekend wordt.

Al met al zijn er maatregelen waarop EU-middelen over dreigen te blijven. Terwijl er anderzijds maatregelen zijn waarop er nog absorptiecapaciteit voor die middelen bestaan, bijvoorbeeld omdat er - anticiperend - op die maatregel meer verplichtingen zijn aangegaan dat er feitelijke ELFPO-budget beschikbaar was op het moment van aangaan van de verplichting ("overprogrammering").

De maatregelen waar het budget wordt verlaagd

Maatregel 1 Kennisoverdracht en voorlichtingsacties
Hier is sprake van vrijval van middelen. Die vrijval wordt onder meer veroorzaakt doordat projecten – mede door de Covid crisis en de beperking van sociale contacten die daar mee gepaard gegaan is – niet volledig uitgevoerd konden worden als tevoren ingeschat. Gelet op de voorbereidingstijd die in het algemeen benodigd is voor het tot stand brengen van een kennisoverdrachtsproject, bestaat het risico dat bij opnieuw openstellen van deze maatregel er geen uitvoering plaatsvindt binnen de POP3(+) programmaperiode.

Maatregel 4 Onderdeel productieve investeringen
De dreigende onderuitputting wordt veroorzaakt door (financiële) onrust ten gevolge van de Covid crisis, de oorlog in Oekraïne en de nitraat/stikstof/klimaat problematiek in Nederland. Projecten waarvoor subsidie is verleend zijn niet altijd van de grond gekomen of hebben vertraging opgelopen en kunnen naar verwachting niet binnen de programmaperiode geheel afgerond worden. Daarnaast is er sprake van projecten die goedkoper uitgevallen zijn dan begroot bij de subsidieaanvraag.

Maatregel 3 Kwaliteitsregelingen
Het tegenvallende gebruik van de beschikbare middelen op deze maatregel wordt veroorzaakt door bedrijfsbeëindigingen in de kalverhouderij. In de afgelopen jaren hebben ongeveer 100 kalverhouders hun bedrijf beëindigd. De bedrijfsbeëindigingen zijn een gevolg van een laag inkomen, onderconsumptie (door Covid is minder kalfvlees afgenomen door onder meer restaurants), verplichte investeringen (verplichtingen vanuit bijvoorbeeld de klimaat- en stikstof opgave) of gebrek aan een bedrijfsopvolger. Omdat alle kalverhouders zijn aangesloten bij de kwaliteitsregeling is het doel van de subsidieregeling al bereikt. Daarom heeft het geen zin om deze regeling te verlengen/opnieuw open te stellen en is besloten het resterende budget over te hevelen.

Maatregelen waarvan het EU-budget wordt verhoogd

Van de EU-middelen van bovengenoemde maatregelen wordt €8,1 miljoen verschoven naar de maatregelen 16 (samenwerking) en 4 (niet productieve investeringen) waar nog voldoende absorptiecapaciteit voor de EU-middelen is, vooral omdat er bij deze maatregelen sprake is van overprogrammering.

Totaaloverzicht

Al met al is er sprake van de volgende verschuiving van EU-middelen op maatregel niveau:

- Maatregel 1: totaal minus €0,8 mln.

- Maatregel 3: totaal minus €1,2   

- Maatregel 4, fysieke investeringen productief : totaal minus €7,6 mln.

- Maatregel 16: totaal plus €3,6 mln.

- Maatregel 4, fysieke investeringen niet productief:  totaal plus €4,5 mln

- Maatregel 17, brede Weersverzekering:   totaal plus €1,5 mln.